Niets leren, is dat wel mogelijk?

De sneeuwpop staat buiten en wij zijn inmiddels alweer binnen, met de gesmolten sneeuw in onze mouwen. Laten we warme chocolademelk gaan maken!'Wil jij straks ook chocolademelk?''We hebben al 20 mensen! Laten we naar de supermarkt gaan.''10 euro is wel genoeg toch?''Ook slagroom?''Leer je wel iets?' Dat is een veelgestelde vraag over democratisch onderwijs, en mijn antwoord is 'JA, ik leer héél veel.' Maar wat is leren? Wanneer leer je? Hoe leer je? Er zijn oneindig veel manieren en momenten waarbij je iets leert. Sterker nog, is het wel mogelijk om níét te leren?'Zo, tadaa.''Nu opwarmen. Hoe?''In een pan toch?''Hoe gaat het vuur aan?''Mag ik je aansteker lenen? Dankjewel.''Oké, draai jij het knopje om? Dan steek ik het gas aan.''Wel blijven roeren anders krijg je zo’n vies vel.'Op onze school leren we volgens het SOM-principe, waarbij leren in drie niveaus wordt verdeeld: spelend leren, ontdekkend leren en meesterschap. Je hoeft niet bij alles wat je doet of gaat doen te bedenken op welk niveau je nu aan het leren bent. Eigenlijk maak je die keuze onbewust. Ook als je nog nooit van SOM hebt gehoord.'Ojee! De pan zit wel heel erg vol, straks kookt hij over.''Geen paniek, het komt wel goed. En als het fout gaat…''Dan hebben we gewoon pech.''Ja, dan hebben jullie gewoon pech. Dat is toch niet zo erg?'Tijdens spelend leren, leer je dingen die je niet per se van plan was om te leren. Als ik met iemand aan het kletsen ben, kan ik iets leren over de inhoud van het gesprek én ik leer te luisteren en mezelf uit te spreken.Wanneer je ontdekkend leert, ben je aan het onderzoeken of je iets leuk of interessant vindt. Aan het begin van het jaar had Monique, de wiskundedocent, bijvoorbeeld een workshop georganiseerd waarbij we puzzels gingen oplossen. Ik deed mee en was daar met een paar leerlingen zo enthousiast over dat we een groepje hebben gevormd dat nu elke week samen op een creatieve manier wiskunde doet. Maar ook als we er verder niets mee gedaan hadden, zouden we ervan hebben geleerd.Als je op meesterschapsniveau werkt, heb je een doel over wat je wilt leren of wilt gaan doen. Ik doe biologie op meesterschapsniveau. Mijn doel is om daar een vwo of havo examen voor te halen. Ik ben daarmee gericht bezig. Maar ik heb ook kleinere doelen, zoals: deze week wil ik elke dag minstens één schilderij maken. Ik wil later naar de kunstacademie, dus mijn doel is om ervoor te zorgen dat ik daar word aangenomen. Hiervoor wil ik deelcertificaten gaan halen en veel met kunst bezig zijn en een portfolio aanleggen.Meesterschap betekent niet dat je ergens aan vast zit tot je je doel hebt bereikt, want natuurlijk kunnen je doelen veranderen. Dat ik op mijn zevende archeoloog wilde worden betekent niet dat ik dat nu nog steeds wil.'Laten we alvast wat kopjes pakken.''Is dit onhygiënisch?''Ja, wel een beetje.''Het is nog niet warm genoeg.''Wel bijna. Proef jij even?''Ja, kan wel iets langer.''Zo is het goed.''Niet te veel in de kopjes doen, anders hebben we niet genoeg.'Deze drie niveaus zijn niet van elkaar gescheiden met dikke, rechte lijnen. Ze kunnen in elkaar overvloeien en hand in hand gaan. Biologie doe ik dus op meesterschapsniveau, maar ik leer niet alleen biologie. Ik leer bijvoorbeeld ook beter schrijven, plannen, hoe ik me goed kan concentreren en wat ik een fijne manier van werken vind. Zo leer ik ook op spelend niveau; onbewust doe ik meer dan alleen biologie. Ook ben ik op ontdekkend niveau bezig door verschillende leerstijlen uit te proberen.'Alsjeblieft, hier is je chocomel. Wil jij ook?''Ja, lekker!''Slagroom erbij?''Nee, dankje.''Alsjeblieft.''Mmm dankjewel.'Leren en leven, het is maar één letter verschil. Je leert tijdens het leven en leeft tijdens het leren.Geschreven door Anne Chantrel

Previous
Previous

Regisseur

Next
Next

Alle docenten geven hier op hun eigen manier les