Wat wil je nu? En wat wil je echt?

Ik hoor het ouders zo vaak zeggen… Ik wil dat ons kind… Vul maar in: gelukkig is, zichzelf (financieel) kan redden, doet wat hij/zij leuk vindt, zichzelf is. Het rijtje is voor bijna iedere ouder ongeveer hetzelfde. Het zijn eigenlijk lange termijndoelen die wij onze kinderen zo hard gunnen (en onszelf, houd die vast!).

Daarnaast hebben wij de manier waarop wij ómgaan met onze kinderen. Kinderen moeten luisteren naar volwassenen. Leerkrachten (of nou ja de overheid eigenlijk) bepalen wat én hoe er op school geleerd moet worden. En ouders bepalen grotendeels wat ze moeten doen buiten school. We commanderen, straffen, belonen en zenden er lustig op los. Het hoort erbij, vertellen we elkaar.

Wat willen we echt

Maar wat willen we nu echt voor onze kinderen? Klopt dat wat wij vandaag tegen ze zeggen wel met wat wij op lange termijn voor ogen hebben voor onze kinderen? Is hoe wij omgaan met kinderen wel zo ‘handig’ als wij kijken naar de dingen die wij echt belangrijk vinden voor hen in de toekomst? Oftewel: komen onze korte termijn handelingen wel overeen met de lange termijndoelen?

Ik denk vaak van niet. Helaas. Ook binnen ons gezin valt daar zeker nog veel te verbeteren. Ik ben de eerste die dat toegeeft. Ik ben geen heilige, verre van dat. Maar ik kreeg de laatste jaren wel een belangrijk inzicht. Die deel ik graag met jullie. Als je iets graag wilt in de toekomst, moet je zorgen dat wat je dagelijks doet daarmee overeen komt. En inderdaad de theorie is logisch, de praktijk een stuk weerbarstiger… Wat wil je nu, dus korte termijn? En wat wil je echt, op de lange termijn?

Een voorbeeld dan. Ik vind het heel belangrijk dat onze kinderen zich vrij voelen om dat te doen wat ze willen. Dat betekent dat onze dochter van bijna acht nog niet goed kan lezen. Haar buurjongens zijn een halfjaar jonger en lezen al prima. Natuurlijk is dat slikken soms. Maar voor mij is het belangrijker dat ze zich vrij voelt om te doen wat ze wil, wanneer ze dat wil. Lezen zat er tot voor kort nog niet in. Dus wacht ik. Totdat ze zelf aangeeft dat ze dit wel wil. En dat moment is gekomen, nu wil ze elke avond lezen.

Vertrouwen

Hiervoor is vertrouwen nodig. Vertrouwen in je kind, maar ook in jezelf. Dat het goed komt. Dat je voelt dat het mag gaan zoals het moet gaan. En ik denk dat daar een belangrijk punt zit. Want hoeveel vertrouwen kreeg jij vroeger? Van je ouders, leerkrachten, familie en vrienden? Was je ook goed als je dingen deed zoals jij dat wilde? Ook al betekende dit dat je buiten de lijntjes kleurde? We missen collectief dat basisvertrouwen lijkt het wel. En dat is een groot probleem. Totdat je besluit dat het geen probleem meer is en je anders gaat doen.

Edwin Selij zegt het zo mooi: je hebt het niet, maar je doet het. Dus lieve ouders: je hebt niet geen vertrouwen, maar je doet geen vertrouwen. Stop daar mee. Ga zitten met jezelf en voel wat er is. Laat het er zijn. En ga anders doen (als je tenminste anders wilt ????). Want die lange termijndoelen van onze kinderen, zijn de spiegel van de onze. Het kan wèl, maar dan moeten we anders DOEN.

Previous
Previous

Een andere kijk

Next
Next

Democratische Scholendag