Kennis delen
Ik geef wiskundeles op DOE. Leerlingen kunnen zich inschrijven voor les op een voor hen geschikte tijd. Sander heeft zich nog nooit ingeschreven voor een wiskundeles. Toch ben ik regelmatig met hem in gesprek en deel ik kennis over mijn vak. Hij vindt het leuk om allerlei dingen uit te rekenen en vraagt me dan wel eens hoe ik dat zou doen. Van hoeveel letters heb je nodig als je alle getallen van één t/m duizend uitschrijft tot hoe groot is de kans om een bepaalde kaartencombinatie te trekken en hoeveel tijd hoort of ziet een wereldburger gemiddeld reclame. Het delen van kennis gaat zo op een natuurlijke manier. Ik hoef geen lesje af te draaien, maar ik sta wel in dienst van de ontwikkeling van de leerling.Zo ook deze maandag. Ik heb zojuist in het kader van onze themaweek over ruimtevaart met de scheikundedocent en een aantal leerlingen buiten ‘raketten’ afgeschoten met behulp van de chemische reactie van bakpoeder met azijn. Om de hoogte van onze raketten te bepalen, hebben we de kijkhoek gemeten op het moment dat de raket zijn hoogste punt bereikte. Terug in het sciencelokaal kunnen we beginnen met de berekening van de hoogte. Ik had vooraf al wat uitleg over de tangens gegeven. Die uitleg stond nog op het white board. Nu was het een kwestie van het invullen van de getallen die we hadden gemeten. De meeste leerlingen haakten af. Dat is geen probleem. In deze les, met als doel het bieden van inspiratie, neemt iedere leerling mee wat aansluit bij zijn of haar interesse en niveau. Sander zit ook in het lokaal. Hij is niet mee naar buiten geweest. Het afschieten van de raketten vond hij niet bijster interessant, maar nu ik de getallen begin in te vullen op het bord heb ik zijn aandacht. Hij rekent mee en samen komen we erop uit dat een van de raketten ongeveer 5,5 meter de lucht in is geschoten. Ik weet dat hij net boven het dak van de gymzaal uitkwam. Kan dat kloppen?Vraag ik me hardop af. Een andere leerling die van een afstandje toch nog wel mee blijkt te luisteren, denkt van wel. Die gymzaal is ongeveer het dubbele van een gewoon lokaal, dus zeker wel een meter of 5. Sander is nu ineens wel gemotiveerd om naar buiten te gaan. Hij meet de kijkhoek als hij naar het bovenrandje van het dak van de gymzaal kijkt, meet nauwkeurig de afstand van de kijkhoekmeter tot de gymzaal en keert terug naar het sciencelokaal. We gaan weer rekenen. Het dak van de gymzaal bevindt zich volgens onze berekening op ongeveer 5,5 meter van de grond. Het klopt. Sander verzucht… wiskunde is echt leuk!Geschreven door Elizabet Meerbeek